Ook in de afgelopen maand (periode 9) is de uitzendbranche opnieuw gegroeid, hoewel iets minder sterk dan in de maanden ervoor. Het aantal uitzenduren nam toe met 5% en de omzet van uitzendbranche steeg met 6% in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.
Dat blijkt uit de cijfers die de ABU vandaag heeft bekendgemaakt.
Het aantal uitzenduren en -omzet is in periode 9 (week 33 – 36) als volgt verdeeld over de drie belangrijkste sectoren:
De groei van uitzendbranche vlakt daarmee iets af in vergelijking met de voorgaande periodes (periode 8 en periode 7). In periode 6 was er zelfs een dubbelcijferige groei, terwijl periode 5 helemaal geen groei kende. De uitzendbranche is het eerste halfjaar van 2017 gemiddeld met 6% gegroeid (in uitzenduren en -omzet) ten opzichte van het eerste halfjaar van 2016.
Bron: ABU
Ambachtsschool terug? Eindelijk een verstandig plan!“Goed idee”, “verstandig”, “ik wil wel een bijdrage leveren”. Het plan van opleidingsdirecteur Frank Knotter, om de ambachtsschool nieuw leven in te blazen, valt in goede aarde bij volgers van Cobouw op Facebook. Op één reactie na, is eigenlijk iedereen enthousiast. “Vakmanschap begint bij de ouderwetse opleiding.”
Opleidingsdirecteur Frank Knotter van Rijnmond Bouw ontvouwde deze week zijn spraakmakende plannen: de oude ambachtsschool moet weer terug in het onderwijssysteem.
Vmbo-opleidingen zijn volgens hem niet praktisch genoeg. Met als gevolg dat tal van potentiele bouwtalenten nooit voor de bouw zullen kiezen.
“Daar moet iets aan gebeuren”, vindt Knotter. Met verschillende partijen is hij in gesprek om zijn droom te realiseren. Gaat het hem lukken? De eerste reacties op zijn plannen zijn in elk geval positief.
“Eindelijk een verstandig initiatief, vakmanschap begint bij een ouderwetse vakopleiding”, reageert Evert van der Wilt op de Facebookpagina van Cobouw. Hij vervolgt. “Als vakman doe ik hier graag aan mee.”
Ook Martijn Kooistra ziet de terugkeer van de ambachtsschool wel zitten. “Goed bezig”, laat hij weten in de richting van Knotter.”
Uitwijken naar België
Dat er iets moet gebeuren aan het gebrek aan praktijklessen op het vmbo, maakt het verhaal van Peter Bakkes misschien wel duidelijk.
“Precies om die reden ben ik naar België gegaan voor mijn opleiding tot timmerman. 36 uur les in de week, waarvan 15 uur praktijk, een aantal uren technisch tekenen, een aantal uren constructieleer en een aantal uur machineleer. Aangevuld met wat uurtjes Nederlands, Engels en wiskunde.”
‘Oude opzet was zo gek nog niet’
Ook Wim Vorstelveld vindt dat lager bouwonderwijs praktischer moet. “De oude opzet was zo gek nog niet, de opleiding was duidelijk. Je werd of timmerman, of metselaar, of elektricien. Als opleidingen praktijkgerichter zijn, haken er ook niet meer zoveel leerlingen af.”
Meer bouwtalentjes kweken? Dat begint al op de basisschool, benadrukt een medewerker van Vanlagen Metselwerken.
“We moeten vaders en moeders warm maken voor een toekomst in de bouw. Het onderdeel ‘handenarbeid’ komt vaak niet verder dan knutselen. Om met Pieter Derks te spreken; we hebben twee miljoen communicatiewetenschappers en niemand die een kraan kan repareren.”
Meedenken
Ook Wico Ankersmit, directeur van de Vereniging Bouw en Woning Toezicht Nederland heeft een reactie geplaatst. Ook hij vindt nadenken over een nieuwe ambachtsschool “een heel goed idee”.
“Ik wil hier graag een bijdrage aan leveren want sta er helemaal achter als ervaringsdeskundige!”
Gaat het Knotter lukken? De tijd zal het leren. Ongetwijfeld zijn er nog meer beren weg. Beren die Dick van der Plas ook ziet.
“Terug naar de oude opzet van een ambachtsschool lijkt mij in deze tijd niet verstandig. Er zal een juiste mix moeten komen tussen theorie en praktijk.”
Maar, ook Van der Plas stelt dat bouwonderwijs op veel vmbo’s tekortschiet. “Voor een forse groep leerlingen is het vmbo te theoretisch. Voor deze groep moet meer ruimte zijn voor praktisch gericht vakonderwijs.”
Bron: cobouw.nl
WAAR IS HET ZELFREINIGEND VERMOGEN VAN DE BOUWSECTOR?Banken, verzekeraars, accountants en de bouw. Welke hoort niet in dit rijtje thuis? Helaas horen ze allemaal thuis in het rijtje van industrieën met ernstige imagoproblemen. Zo hebben bankiers en verzekeraars tijdens de economische crisis een veeg uit de pan gehad en zijn accountants de afgelopen jaren flink aangesproken op hun gedrag. Bij de banken en verzekeraars is er vanuit de overheid op de rem getrapt door wettelijk strengere grenzen te bepalen over de producten die zij bieden. De accountants hebben ook strenge wetgeving gekregen en de sector kwam vervolgens zelf met een hervormingsplan. Maar waar is de bouwsector in dit verhaal?
De bouw wordt achtervolgd door schandalen. Bouwfraude, prijsafspraken en gerommel met aanbestedingen zijn slechts een topje van de ijsberg. Het imago gaat niet snel veranderen als er nu niets gebeurt. Op dit moment is een van de grootste problemen in de bouw het personeelstekort. Uitzendbureaus krijgen boetes omdat zij buitenlands personeel zo goedkoop mogelijk inzetten door schimmige praktijken te gebruiken, al dan niet gecombineerd met belastingfraude, schijnconstructies en uitkeringsfraude. Dat kan alleen veranderen als de gehele sector hieraan meewerkt. Door op een correcte manier personeel in te zetten geef je een positief signaal af. Voor hen die dat niet doen blijft het risico op rechtszaken en boetes aanzienlijk. De bedrijven die correct handelen voeren, zolang het goedkopere alternatief blijft bestaan, nog een oneerlijke strijd.
Er wordt in de politiek zowel op nationaal als Europees niveau zeker gekeken naar arbeidsmigratie en naar de wetgeving hierover. Dat is belangrijk omdat het een internationaal dilemma is dat we niet alleen in ons eigen land op kunnen lossen. Helaas schort het hierbij nogal in de handhaving, waardoor alleen wetgeving niet voldoende blijkt te zijn. De sector zal zelf ook een behoorlijke steen bij moeten dragen aan de juiste uitvoering van arbeidsmigratie.
Wat de bouwsector moet doen om verbeteringen door te voeren is vrij eenvoudig. Alle Nederlandse vaklieden zijn al aan het werk en daarom moeten we hier voor een optimaal werkklimaat zorgen, om meer buitenlands personeel aan te trekken. Zet dan vooral geen buitenlands personeel in via de befaamde A1-route, waarmee ze niet een Nederlands loon, maar het buitenlands loon ontvangen. Buitenlands personeel kan prima worden ingezet, maar beloon ze dan ook volgens de Nederlandse cao. Op die manier zullen zowel Nederlandse als buitenlandse medewerkers ook meer tevreden zijn, omdat ze weten dat ze op dezelfde manier worden betaald.
Daarnaast kunnen we als bouwsector ook genoeg leren van onze Europese collega’s als het gaat om arbeidsomstandigheden. Het moet mogelijk zijn om meer uren op een dag te werken of een zesdaagse werkweek te hebben. In andere landen van Europa kan ook om 20:00 uur ’s avonds gewerkt worden, dus waarom hier niet? Daarnaast kunnen aanpassingen op de bouwplaats ook helpen. Wanneer uitvoerders een taalcursus Engels of Duits doen, geeft dat een positiever beeld dan te verlangen dat iedereen Nederlands verstaat. Ook voorzieningen voor de lunch kunnen een positieve stimulans zijn. Als medewerkers gewend zijn om ’s middags warm te eten, is het plezierig als er een magnetron op de bouwplaats aanwezig is. Daarnaast is huisvesting in de buurt van de bouwplaats voor de buitenlandse medewerker gunstig vanwege de korte reistijd, maar ook voor het bouwbedrijf dat daardoor lagere reiskosten heeft.
De bouwsector gaat erop vooruit als er meer personeel beschikbaar is om aan de vraag te voldoen. Daarom moet buitenlands personeel niet alleen legaal in ons land kunnen werken voor een juiste beloning, maar ook vanuit een positieve gedachte worden benaderd. En de bevordering van de Europese integratie, zowel cultureel als financieel krijgt ook een positieve stimulans, wat ook geen slechte bijkomstigheid is.
Als het accountants en bankiers lukt om het goede voorbeeld te geven, dan is er geen reden waarom dat in de bouwsector niet zou kunnen. Aan de slag en met schone handen graag!
Paul Muller is CEO van Tecline en BouwGenius
Een ingekorte versie van dit artikel verscheen in het FD.
Een bezoek aan Huis van WaalreCollega Michaëla Muller een viertal bouwprojecten waar onze EU medewerkers aan het werk zijn. Bij het project ‘Huis van Waalre’ zijn de mannen Marcel Lahor en Sorin Evlante voor Vlassak Aannemingsmaatschappij aan het werk. Deze twee Roemeense timmerlieden zijn nu ruim 3 maanden aan het werk voor BouwGenius. De werkzaamheden bestaan onder andere uit het monteren van Trespa beplating op de buitengevel van het gebouw. We zijn altijd op zoek naar goede Timmerlieden. Bel met BouwGenius op 020-2151000 of via http://www.bouwgenius.nl/contact/
#timmerlieden #bouw #vacature #bouwgenius.
Timmerman van de maand [video]De Timmerman van de maand! Deze maand is dat Gerben van Bladel. Gerben werkt naar volle tevredenheid bij BouwGenius Den Bosch. Wij zochten hem op.
BouwGenius zoekt vakmensen voor haar opdrachtgevers. Wij zijn gespecialiseerd in Timmerlieden: all-round timmermannen, maar ook renovatie-, afbouw- en betontimmermannen.
#timmerman #bouw #projecten #uitzendwerk
Grootste stijging uitzenduren in ruim 10 jaarIn het tweede kwartaal van 2017 hebben uitzendbureaus, arbeidsbemiddelaars en payrollbedrijven 2,0 procent meer omgezet dan in het kwartaal ervoor, meldt het CBS. Stijging uitzenduren.
Deze stijging is groter dan in het voorgaande kwartaal. Het totaal aantal uitzenduren nam met 4,2 procent toe. Dit is de grootste stijging na het eerste kwartaal van 2007.
Toename uren in kortlopende contracten bijna 5 procent
Zowel de uitzenduren in de kortlopende als in de langlopende contracten namen toe. Het aantal uren in kortlopende contracten steeg met 4,9 procent. Dit is de grootste stijging in bijna 7 jaar. Het aantal uren in langlopende contracten zoals detachering en payrolling nam met 3,5 procent toe. Deze uitzenduren zijn sinds 2012 nagenoeg onafgebroken toegenomen.
Arbeidsmarkt verbetert verder in tweede kwartaal
Het aantal banen groeide in het tweede kwartaal met 51 duizend ten opzichte van het eerste kwartaal van 2017. De laatste drie kwartalen kwamen er telkens meer dan 50 duizend banen bij. De grootste banengroei trad, met 20 duizend, opnieuw op bij de uitzendbureaus. Verder was de toename van het aantal openstaande vacatures met 20 duizend de grootste na het derde kwartaal van 2006. Het aantal werklozen volgens definitie van de International Labour Organization (ILO) ten slotte daalde met 19 duizend.
bron: blikopnieuws.nl
Bouwsector groeit al elf kwartalen op rijDe bouw heeft opnieuw een goed kwartaal achter de rug. De omzet groeide in het tweede kwartaal met 6,3 procent, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het is al het elfde kwartaal op rij dat de bouw in de lift zit.
Vooral kleine en middelgrote bouwbedrijven doen het goed, met in het tweede kwartaal een omzetstijging van respectievelijk 9,3 en 8,7 procent. Grote bedrijven met meer dan honderd medewerkers zagen hun omzet met slechts 2,2 procent groeien.
Er werken nu 527.000 mensen in de bouw. Dat zijn er 8000 meer dan in het eerste kwartaal. Het CBS spreekt van de grootste stijging in jaren. Vooral het aantal zelfstandigen nam toe. In tien jaar tijd is het aandeel zzp’ers in de bouw gestegen van 34 naar 42 procent.
Door de aanhoudende groei is de arbeidsmarkt krap geworden. Er zijn nu 11.400 openstaande vacatures, het hoogste aantal sinds begin 2009. Ongeveer een op de vijf bouwbedrijven kampt met een tekort aan personeel.
Op vrijdag 21 april jl. hebben TecLine International en BAM op het kantoor van BAM in Bunnik een raamovereenkomst ondertekend. BAM heeft zich als doel gesteld het aantal leveranciers voor tijdelijk personeel drastisch te verminderen zonder uit het oog te verliezen dat het onder de huidige marktomstandigheden soms lastig is de juiste mensen te vinden.
Virco van de Voort, als Category manager Flex personeel verantwoordelijk voor de invulling van de tijdelijke personeelsbehoefte binnen BAM, staat aan de basis van dit traject. TecLine International zal BAM vanuit verschillende werkmaatschappijen ondersteunen met de invulling van de tijdelijke personeelsbehoefte. Zo zullen Timmerlieden en UTA medewerkers via BouwGenius worden bemiddeld en Technisch personeel via TecLine.
Caspar Bitter, momenteel als Sr. Project Coördinator binnen BouwGenius verantwoordelijk voor de UTA activiteiten: “deze overeenkomst is een mooi resultaat, als oud- BAM collega weet ik hoe belangrijk het is met betrouwbare partners samen te werken.” Virco van de Voort: “het gevoel bij TecLine en BouwGenius is vanaf het begin af aan goed geweest, er ligt nu een mooie uitdaging hier gezamenlijk een succes van te maken.”
“Het ondertekenen is geen einddoel, nu begint het pas” aldus Paul Muller, Directeur van TecLine International, de holding waar zowel TecLine als BouwGenius onderdeel van uitmaken. “Het mooie van deze raamovereenkomst is dat alle disciplines samen komen, met recht een multidisciplinair contract.”

v.l.n.r. Caspar Bitter , Paul Muller, Virco van de Voort
BouwGenius in gesprek met Europarlementariër JongeriusOp maandag 10 april heeft Paul Muller, directeur van TecLine International, tijdens de lunch gesproken met Europarlementariër Agnes Jongerius. Directe aanleiding was de reactie van Muller op het optimisme van Jongerius. Zij verwacht deze zomer een ruime parlementsmeerderheid in Europa te krijgen voor het principe “gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde werkplek”. Muller onderschrijft de stelling van harte. Hij ziet echter de oplossing niet in extra wetgeving, maar in betere handhaving.
Jongerius en Muller spraken openhartig over de internationale ontwikkelingen in de bouw en techniek, markten waar Muller met TecLine en BouwGenius actief is. Onderwerpen als Wet Aanpak Schijnconstructies, de detacheringsrichtlijn, maar ook problematiek rondom de ZZP-ers bleven niet onbesproken. Agnes Jongerius was erg geïnteresseerd in de verschillen in wet- en regelgeving tussen Nederland en Duitsland, landen waar TecLine kantoren heeft.
Muller sprak zijn waardering uit over het feit dat Jongerius op deze manier met ondernemers in gesprek treedt. Jongerius, die als oud vakbondsbestuurder ook moet wennen aan het hoge abstractieniveau in Europa, wil juist aansluiting houden bij ondernemers en de praktijk.

Flexmigranten vormen een steeds belangrijker onderdeel van de Nederlandse arbeidsmarkt. Ze blijven gemiddeld langer in Nederland en gaan minder vaak naar huis. Dat blijkt uit het onderzoek Flexmigranten in Nederland, uitgevoerd door Conclusr Research, in opdracht van de ABU en NBBU. Het onderzoek is uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in de groep buitenlandse uitzendkrachten die in Nederland actief is.
Flexmigranten blijven langer
De conclusie van de brancheorganisaties is dat de cijfers laten zien dat arbeidsmigranten duurzaam verbonden raken aan de Nederlandse samenleving. Ze blijven gemiddeld langer in Nederland en gaan minder vaak naar huis. Een op de vijf (19%) blijft tussen de 27 en 52 weken in Nederland (2014: 15%). En in 2014 was nog maar 5% van de flexmigranten langer dan één jaar onafgebroken in Nederland, dat aantal is verdubbeld tot 11% van de flexmigranten.
Gespecialiseerde uitzenders
Van de uitzendbureaus die flexmigranten ter beschikking stellen bestaat iets meer dan de helft (53,8%) van hun totale uitzendbestand uit arbeidsmigranten. Bij bijna een kwart van de leden maken de flexmigranten zelfs meer dan 90% van hun totale uitzendbestand uit. Dit zijn leden die met name gespecialiseerd zijn in het uitzenden van flexmigranten. Bij ruim een kwart van de leden (27%) is maximaal 10% van hun uitzendbestand flexmigrant.
Taalopleiding
Iets meer dan de helft (53%) van de ABU- en NBBU-leden biedt de flexmigranten een Nederlandse taalopleiding aan. Bij bedrijven die een Nederlandse taalopleiding aanbieden, heeft ongeveer 52% van de flexmigranten de opleiding daadwerkelijk gedaan.
7 opvallende cijfers uit het onderzoek:
Het rapport Flexmigranten in Nederland is te downloaden via de site van de ABU.
Bron: ABU